Echografie
Bij het maken van een echo kijkt u naar binnen in uw lijf. Dat gebeurt door geluidsgolven naar binnen te zenden en die met de transducer weer op te vangen. Dat opgevangen signaal wordt door een computer in beeld omgezet. Hoe harder het weefsel, hoe meer geluid wordt terug gekaatst en opgevangen. Dus laat bijvoorbeeld vocht alle geluid door, dan geeft dat een donker beeld, zendt een bot bijna alles terug, dan ontstaat er een witte lijn. Bij FysioStiens gebruiken we echo als aanvulling op het onderzoek.
Voor wie is echografie?
De fysiotherapeut kan de echo gebruiken bij het onderzoek van:
- Spierblessures/rupturen
- Peesblessures en verkalking
- Verrekkingen van banden en/of kapsel
- Slijmbeursontsteking (bijvoorbeeld in de schouder of aan de buitenzijde van de heup)
- Cystes (bijvoorbeeld in de knieholte)
- Blaasvolume meting en of blaas residu meting
- Bewegen van de bekkenbodemspieren in beeld brengen
- Juist kunnen aanspannen van buikspieren
- Diastase meting
Werkwijze FysioStiens
Het is van grote toegevoegde waarde dat u tijdens het onderzoek kunt bewegen. Zo kan de fysiotherapeut de functie van het gewricht of de spier tijdens het onderzoek beoordelen.
Het maken en beoordelen van echobeelden vraagt een aanvullende opleiding.
Bij FysioStiens is het maken van een echo onderdeel van de behandeling en wordt dus gedeclareerd als een behandeling fysiotherapie.